In de afgelopen jaren is de verlichtingsindustrie op zoek geweest naar standaardmetingen die ontwerpers kunnen gebruiken om de juiste niveaus van melanopische verlichting onder uiteenlopende omstandigheden te garanderen. Zoals bij veel normen die in ontwikkeling zijn, worden er meerdere meetmethodieken voorgesteld.
De twee meest gebruikte metrieken zijn melanopic equivalent daylight illuminance (m-EDI) en equivalent melanopic lux (EML). Beide zijn bedoeld om de hoeveelheid licht te kwantificeren die de meest uitgesproken invloed op het menselijke circadiane ritme hebben - dat wil zeggen, de hoeveelheid licht in en rond het blauwe deel van het zichtbare lichtspectrum (technisch gezien in het gebied van 490 nm).
De International Commission on Illumination (CIE), net als Signify, ondersteunt m-EDI. Zonder een uitgebreide wiskundige uitleg te geven, volstaat het om te zeggen dat m-EDI het spectrum van licht in combinatie met helderheid (intensiteit) beter kan kwantificeren.
Experts zoals de CIE en normen zoals de WELL Building Standard kunnen nu aanbevelingen doen voor niveaus van melanopische lux in kantoren en andere verlichte omgevingen. De eerdergenoemde aanbevelingen die worden gedaan door de 2e Internationale Workshop over circadiane en neurofysiologische fotometrie, vragen overdag om 250 melanopische lux of meer en minder dan 10 melanopic lux in de uren voorafgaand aan de slaap. CIE beveelt "hoge melanopische EDI gedurende de dag [ter ondersteuning van] alertheid, het circadiane ritme en een goede nachtrust", aan, en "lage melanopische EDI in de avond en 's nachts [om] slaapinitiatie en -consolidatie te vergemakkelijken."
Lees verder deel 3 van onze 4-delige serie over verlichting voor gezondheid en welzijn.